Statuten

Naam, zetel en duur

Artikel 1

  1. De vereniging draagt de naam: Hengelsportvereniging Waddixveen.

Zij wordt de statuten genoemd: “De verenigíng”.

De vereniging heeft haar zetel in de Gemeente Waddinxveen.

  1. De vereniging is opgericht op 27 augustus 1962.

Zij is met ingang van de totstandkoming van deze statuten wijziging per 25 oktober 1991 aangegaan voor onbepaalde tijd.

Doel en werkwijze

Artikel 2

  1. Het doel van de vereniging is:
  2. het bevorderen van de hengelsport als sportieve recreatie;
  3. het beschermen en verbeteren van de visstand;
  4. het behartigen van de belangen op hengelsportgebied van de sportvissers in het algemeen en van de leden en de jeugdleden van de vereniging in het bijzonder.
  5. De vereniging tracht haar doelstellingen te bereiken, hetzij zelfstandig, hetzij in samenwerking met andere hengelsportverenigingen, hetzij door een aansluiting bij en in samenwerking met overkoepelende organisaties,

door:

  1. het kopen, huren of op andere wijze, met of zonder lasten, ter beschikking krijgen van vis- en looprecht, viswater, terreinen, opstallen en van overige zaken, die beoefening van de hengelsport kunnen bevorderen;
  2. te streven naar wettelijke regelingen en andere overheidsmaatregelen, waardoor de belangen van de hengelsport worden gewaarborgd en mogelijk bevorderd;
  3. het in stand houden en verbeteren van een milieu dat aan de beoefening van de hengelsport zoveel mogelijk kansen biedt;
  4. het zonodig uitzetten van vissoorten die voor de hengelsport en/of het milieu van belang zijn of kunnen zijn en overigens het zoveel mogelijk op peilhouden van de visstand in het ter beschikking van de (jeugd)leden staande viswater;
  5. alle overige wettige middelen welke de doelstellingen van de vereniging kunnen bevorderen.

Categorieën van betrokken personen

De vereniging kent:

  1. ereleden;
  2. leden:
  3. jeugdleden;
  4. begunstigers

 

Ereleden

Artikel 4

Ereleden zijn natuurlijk personen die vanwege hun verdiensten voor de vereniging en/of de hengelsport in het algemeen op voorstel van het bestuur met hun instemming door de ledenvergadering tot erelid zijn benoemd. Ereleden hebben alle rechten voortvloeiend uit het lidmaatschap van de vereniging behoudens het stemrecht tenzij zij tevens lid van een vereniging zijn, in welk geval zij eveneens het stemrecht hebben. Ereleden zijn vrijgesteld van de verplichting tot het betalen van contributie.

Leden en lidmaatschap

artikel 5

  1. Leden van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen die de leeftijd van 15 jaar hebben bereikt of zullen bereiken in het jaar waarin zij zich voor het lidmaatschap aanmelden.
  2. De aanmelding voor het lidmaatschap dient schriftelijk te geschieden bij het bestuur dmv een, bij het secretariaat van de vereniging te verkrijgen aanmeldingsformulier. Het aanmeldingsformulier van een minderjarige dient te worden meegetekend door diens wettelijke vertegenwoordiger(s).
  3. Het bestuur beslist over de toelating tot het lidmaatschap binnen een maand na ontvangst van het aanmeldingsformulier. Bij toelating tot het lidmaatschap ontvangt het lid, na voldoening van het inschrijfgeld en de contributie, een lidmaatschapsbewijs/vergunning. Bij niet-toelating tot het lidmaatschap geeft het bestuur de aanvrager van het lidmaatschap schriftelijk bericht daarvan.
  4. bij niet-toelating tot het lidmaatschap staat de aanvrager binnen 1 maand na ontvangst van voormelde schriftelijke kennisgeving, vermeldende de redenen, welke tot weigering van de toelating hebben geleid en vermeldende de mogelijkheid van beroep tegen die beslissing, schriftelijk beroep open op de commissie van beroep als vermeld in artikel 16. De commissie van beroep beslist in hoogste instantie omtrent het ingestelde beroep binnen zes weken na ontvangst door het bestuur van het beroepschrift en kan alsnog tot toelating besluiten, in welk geval de betrokkene, na voldoening van het inschrijfgeld en de contributie, lidmaatschapsbewijs/vergunning ontvangt. De aanvrager wordt ten spoedigste van het besluit van die commissie schriftelijk in kennis gesteld. Indien de commissie van beroep niet binnen 6 weken na ontvangst door het bestuur van het beroepschrift heeft beslist op het beroepschrift, wordt de betrokkene geacht door de commissie van beroep als lid te zijn toegelaten tot de vereniging.
  5. Een jeugdlid wordt met ingang van 1 januari van het jaar, waarin het jeugdlid de leeftijd van 15 jaar bereikt, toegelaten tot het lidmaatschap van de vereniging, tenzij het jeugdlidmaatschap voor bedoelde datum schriftelijk is opgezegd.
  6. Overal waar in deze statuten wordt gesproken van leden zijn daar uitsluitend onder begrepen en natuurlijke personen die op grond van onderhavig artikel als lid tot de vereniging zijn toegelaten. Overal waar in deze statuten wordt gesproken van lidmaatschap wordt daar uitsluitend onder begrepen het lidmaatschap van de in de vorige volzin bedoelde leden.

Leden en jeugdlidmaatschap
Artikel 6

  1. Jeugdleden van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen die de leeftijd van 8 jaar doch niet de leeftijd van 15 jaar bereikt of zullen bereiken in het jaar waarin zij zich voor het jeugdlidmaatschap aanmelden.
  2. de aanmelding voor het jeugdlidmaatschap dient schriftelijk te geschieden bij het bestuur dmv een, bij het secretariaat van de vereniging te verkrijgen aanmeldingsformulier, welk formulier door de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de aanvrager dient te worden ondertekend. De indiening van het aanmeldingsformulier voor het jeugdlidmaatschap houdt in de aanmelding voor het lidmaatschap van de vereniging met ingang van de datum waarop de aanvrager dat lidmaatschap kan verkrijgen, onder toepassing van het bepaalde in artikel 5 lid 5.
  3. het bestuur beslist over de toelating tot het jeugdlidmaatschap binnen 1 maand na ontvangst van het aanmeldingsformulier. Bij toelating tot het jeugdlidmaatschap wordt aan de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het jeugdlid, na ontvangst van het inschrijfgeld en de contributie, en ten name van het jeugdlid gesteld jeugdlidmaatschapsbewijs/vergunning toegezonden. Bij niet toelating geef het bestuur de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de aanvrager schriftelijk bericht daarvan. Tegen zodanige beslissing van het bestuur staat geen beroep open.

Aanvang en einde van het lidmaatschap
Artikel 7

  1. Het lidmaatschap van de vereniging vangt aan op de datum waarop het bestuur casu quo de commissie van beroep tot de toelating van de aanvrager heeft besloten. In het geval, vermeld in artikel 5 lid 5 van het lidmaatschap van het betrokken jeugdlid aan op 1 januari van het jaar, waarin een jeugdlid de leeftijd van 15 jaar bereikt.
  2. Het lidmaatschap eindigt door;
  3. overlijden van het lid
  4. schriftelijke opzegging door het lid
  5. door schriftelijke opzegging namens de vereniging.

Deze opzegging kan geschieden wanneer een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet, niet tijdig of niet volledig nakomt alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap van het betrokken lid voort te zetten.

  1. door ontzetting uit het lidmaatschap met onmiddellijke ingang. Deze ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met statuten, het huishoudelijk reglement of besluiten der vereniging handelt, waaronder begrepen het begaan van de overtredingen welke zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  2. opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur
  3. opzegging door het lid of namens de vereniging kan slechts geschieden tegen 31 december van een enig jaar met inachtneming door een lid van een opzeggingstermijn van tenminste drie maanden. door middel van een gedagtekende en persoonlijk ondertekende en ten aanzien van een minderjarig lid door diens wettelijke vertegenwoordiger(s) mede-ondertekende brief aan het bestuur; namens de vereniging kan de opzegging plaatsvinden met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste 1 maand. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van een lid of van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  4. een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op 31 december van het jaar volgende op het jaar waren is opgezegd.
  5. een opzegging als bedoeld in artikel 9 lid 5 dient te geschieden binnen een maand nadat het bedoelde besluit aan het lid is bekend geworden of is meegedeeld.
  6. ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
  7. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit schriftelijk beroep openen op de commissie van beroep. De betrokkene wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit in kennis gesteld met opgave van redenen en onder vermelding van de mogelijkheid van beroep daartegen. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het betrokken lid geschorst.
    9. de commissie van beroep beslist in hoogste instantie omtrent het ingestelde beroep Binnen 6 weken na ontvangst door het bestuur van het beroepschrift. Het betrokken lid wordt zo spoedig mogelijk van het desbetreffende besluit van de commissie schriftelijk in kennis gesteld. Wanneer de commissie van beroep het ingestelde beroep gegrond 8 eindigt de schorsing van het betrokken lid op de dag van de dienovereenkomstig uitspraak van de commissie wanneer de commissie van beroep het ingestelde beroep ongegrond 8 eindigt het lidmaatschap van het betrokken lid op de dag van de dienovereenkomstig uitspraak van de commissie. In ieder commissie van beroep niet binnen 6 weken na ontvangst van een beroepschrift hoor en bestuur op het beroepschrift heeft beslist het ingestelde beroep gegrond geacht.
  8. Alvorens het bestuur een besluit neemt tot opzegging van of ontzetting uit het lidmaatschap kan het bestuur het betrokken lid schriftelijke een waarschuwing doen toekomen vermeldende de redenen Welke kan worden kunnen leiden tot een zodanig besluit van het bestuur.
    Het bestuur kan aan die waarschuwing een periode verbinden waarbinnen het betrokken lid alsnog volledig aan zijn verplichtingen jegens de vereniging moet hebben voldaan.
  9. het bestuur kan eveneens, alvorens een besluit te nemen tot opzegging van, of ontzetting uit het lidmaatschap het betrokken lid schorsen voor een periode welke ten hoogste drie maanden kan belopen.
    De schorsing eindigt van rechtswege wanneer het bestuur niet voor het einde van de schorsing periode een besluit heeft genomen hetzij opzegging van het lidmaatschap van het betrokken lid of tot ontzetting van dat lid uit zijn lidmaatschap, tenzij tot beëindiging van de schorsing. Het betrokken lid ontvangt omtrent zijn schorsing een schriftelijke mededeling vermelden de periode gedurende welke hij is geschorst, de redenen welke tot zijn schorsing hebben geleid, alsmede de mededeling dat het bestuur zal overgaan tot opzegging van zijn lidmaatschap of ontzetting uit het lidmaatschap wanneer het betrokken lid niet alsnog voor het einde van de schorsingsperiode dan wel daarna de overtreding(en) of handeling(en) in strijd met statuten, het huishoudelijk reglement of de besluiten van de vereniging herhaalt.
  10. de commissie ter behandeling van overtredingen, als bedoeld in artikel 16 lid 1 sub 4 is bevoegd een lid of jeugdlid te schorsen voor een periode van ten hoogste één maand.
  11. tijdens de schorsing als vermeld in de leden 8, 11 en 12 van onderhavig artikel kunnen door het (jeugd)lid geen (jeugd)lidmaatschapsrechten worden uitgeoefend. Een geschorst (jeugd)lid is verplicht te door of namens de vereniging aan hem uitgegeven vergunning(en) voor de duur van de schorsing in te leveren.Aanvang en einde van het jeugdlidmaatschap

Artikel 8

  1. het jeugdlidmaatschap van de vereniging vangt aan op de datum waarop het bestuur van de aanvrager tot jeugdlidmaatschap heeft besloten.
    2. het jeugdlidmaatschap eindigt op overeenkomstige wijze als bepaald in het voorgaande artikel met dien verstande dat tegen een besluit van het bestuur tot opzegging van het jeugdlidmaatschap of omzetting van het betrokken jeugdlid uit zijn jeugdlidmaatschap geen beroep op de commissie van beroep mogelijk is.
    3. het jeugdlidmaatschap eindigt eveneens in het geval als bedoeld in artikel 5 lid 5.
    4. omtrent een waarschuwing en een schorsing als vermeld in de leden 10, 11 en 12 van het voorgaande artikel zijn van overeenkomstige toepassing op een jeugdlid met dien verstande dat alle schriftelijke mededelingen ter zake worden gericht aan de wettelijke vertegenwoordigers van het betrokken jeugdlid.

Rechten en verplichtingen van de leden en de jeugdleden.
Artikel 9
1 het lidmaatschap van de vereniging geeft de leden het recht:
a deel te nemen aan de ledenvergadering, waarin het woord te voeren en het stemrecht uitoefenen;
B gebruikte maken van alle voor de vereniging geboden faciliteiten op het gebied van de hengelsport, neergelegd in de statuten, huishoudelijk regelement en besluiten van de vereniging;
C deel te nemen aan door de vereniging, al dan niet in samenwerking met een andere hengelsportvereniging of een overkoepelende organisatie georganiseerde wedstrijden en andere activiteiten;
D een lidmaatschapsbewijs/vergunning te ontvangen (na voldoening van het inschrijfgeld en de contributie).
2.het jeugdlidmaatschap van de vereniging geeft jeugdleden het recht:
A deel te nemen aan de ledenvergaderingen en daarin het woord voeren; jeugdleden hebben geen stemrecht;
B gebruik te maken van alle door de vereniging geboden faciliteiten op het gebied van de hengelsport, neergelegd in de statuten, het huishoudelijk reglement en of besluiten van de vereniging tenzij je daarbij uitdrukkelijk is vastgesteld dat bepaalde faciliteiten niet openstaan voor jeugdleden;
C deel te nemen aan door de vereniging, al dan niet in samenwerking met een andere hengelsportvereniging of een overkoepelende organisatie georganiseerde wedstrijden of andere activiteiten, tenzij door het bestuur is besloten dat deelname aan een bepaalde wedstrijd of activiteit niet voor jeugdleden openstaat;
d jeugdlidmaatschapsbewijs/vergunning te ontvangen (na voldoening van het inschrijfgeld en contributie).
3 de leden en jeugdleden zijn verplicht;
A de statuten, het huishoudelijk reglement en de besluiten van de vereniging na te leven.
B na aanvang van het (jeugd)lidmaatschap het, door de algemene vergadering vast te stellen, inschrijfgeld te voldoen, nader te regelen bij huishoudelijk regelement. De algemene vergadering kan bepaalde categorieën van (jeugd)leden geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de verplichting tot het betalen van inschrijfgeld;
C tot het betalen van de jaarlijkse contributie, welke door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. De (jeugd)leden kunnen in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen. Bij huishoudelijke regelement zal de wijze en het tijdstip van voldoening van de contributie nader worden geregeld. Wanneer het (jeugd)lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft niettemin de contributie voor het gehele lopende verenigingsjaar verschuldigd; het bestuur kan ter zake ontheffing verlenen op grond van bijzondere omstandigheden.
D.  Zich te onthouden van de in het huishoudelijk regelement opgenomen overtredingen en de vergunningsvoorwaarden na te leven;
e. Te voldoen aan de verzoeken van de controleurs als vermeld in artikel 17;
F. Tot nakoming van de verplichtingen welke door de vereniging in naam van de (jeugd)leden zijn aangegaan.
4 door de vereniging kunnen in naam van de (jeugd)leden geen verplichtingen worden aangegaan dan nadat het bestuur daartoe door de algemene vergadering vertegenwoordigingsbevoegd is verklaard.

5 een (jeugd)lid kan de toepasselijkheid van een besluit waarbij andere verplichtingen dan van geldelijke aard zijn ontstaan of verzwaard, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 6, voor opzegging van het (jeugd)lidmaatschap te zijnen opzichte uitsluiten.
Begunstigers
Artikel 10
Begunstigers zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die als zodanig door het bestuur zijn toegelaten en zich tegenover de vereniging hebben verbonden tot een periodieke bijdrage in geld, goederen of diensten zonder daarvoor een tegenprestatie te verlangen. De minimum bijdrage in geld wordt vastgesteld door het bestuur. Begunstigers hebben geen andere rechten dan hen bij of krachtens de statuten toegekend.

Bestuur benoeming van bestuursleden
Artikel 11
1 de vereniging wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit tenminste 7 en ten hoogste 9 bestuursleden.
Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door het bestuur, met inachtneming van voormelde grenzen.
2 a. Bestuursleden worden benoemd door de ledenvergadering uit de meerderjarige leden.
De voorzitter, secretaris en penningmeester worden in functie gekozen.
3 de benoeming van bestuursleden geschiedt uit een bindende voordracht welke voor elke vacature wordt opgemaakt door het bestuur. Eveneens kan een zodanige voordracht worden opgemaakt door een groep van ten minste 3 leden. Een voordracht bevat voor elke vacature slechts 1 naam.
4 de voordracht(en) van het bestuur wordt (worden) bij de oproeping voor de vergadering waarin de benoeming van bestuursleden aan de orde komt, medegedeeld.
De voordracht(en) van de leden dient (dienen) uiterlijk 5 weken voor de dag ter vergadering schriftelijk bij het bestuur te zijn ingediend, vergezeld van een bereidverklaring van de voorgedragen kandidaat om bij zijn benoeming tot bestuurslid die functie te aanvaarden. De voordracht(en) van de leden wordt (worden) in de agenda voor de  desbetreffende vergadering vermeld.
5 de benoeming van een bestuurslid vindt plaats uit de opgemaakte voordracht(en). Ledenvergadering kan echter aan de voordrachten het bindend karakter ontnemen door en met tenminste twee/derde gedeelte van de uitgebrachte stemmen genomen besluit.
6 zijn geen bindende voordrachten gemaakt of besluit de ledenvergadering overeenkomstig het vorige lid het bindend karakter aan de voordrachten te ontnemen, dan is de ledenvergadering vrij in haar keus.

Einde bestuurslidmaatschap; schorsing; bestuur en wettig college.
Artikel 12
1. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de ledenvergadering op een met redenen omkleed voorstel van alle overige bestuursleden of van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/twintigste deel van de stemmen worden ontslagen of geschorst.
Schorsing die niet binnen 3 maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag of tot opheffing van de schorsing eindigt door het verloop van die termijn. Tijdens de schorsing van de betrokkene zijn bestuursfunctie niet uitoefenen.
2 telkejare aan het einde van de jaarvergadering, als bedoeld in artikel 20 lid 2, treden tenminste twee bestuursleden af volgens een zodanig door het bestuur op te maken rooster van aftreden, dat elk bestuurslid uiterlijk aftreed aan het einde van de jaarvergadering gehouden in het jaar, volgende op het jaar in de loop waarvan hij werd benoemd. Een volgens rooster aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar.

Het bestuurslid dat in een tijdelijke vacature wordt benoemd neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in.
3 bij aftreden volgens rooster blijft een bestuurslid in functie totdat hij herbenoemd is dan wel zijn opvolger is benoemd.
4 het bestuurlidmaatschap eindigt voorts:
A door bedanken;
B door overlijden;
C doordat een bestuurslid ophoudt lid van de vereniging te zijn.
5 Indien het aantal bestuursleden burgertijd daalt beneden het minimum aantal als bedoeld in artikel 11 lid 1, blijft het bestuur bevoegd. Het bestuur is echter alsdan verplicht zo spoedig mogelijk een ledenvergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of open plaatsen aan de orde komt.

Bestuursfuncties; bestuursvergaderingen; besluitvorming door het bestuur

Artikel 13

1 de bestuursleden verdelen de werkzaamheden van het bestuur in onderling overleg met inachtneming van de specifieke taken van de voorzitter, de secretaris en de penningmeester van het bestuur.
2 het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of een ander bestuurslid zulks wenselijk acht, doch tenminste eenmaal per 3 maanden.
3 de bestuursvergaderingen worden geleid door de voorzitter en bij diens afwezigheid door degene, die daartoe door het bestuur wordt toegewezen. Bestuursleden kunnen staande de vergadering agendapunten inbrengen mits met toestemming van de voorzitter van de vergadering.
4 ieder bestuurslid brengt ter vergadering 1 stem uit.
Bestuursleden kunnen zich ter vergadering niet laten vertegenwoordigen.
5 geldige besluiten worden genomen met een volstrekte meerderheid van stemmen in een vergadering, waarin tenminste de volstrekte meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig is. Alle stemmingen geschieden mondeling.
Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staken van de stemmen wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
6 het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen indien geen bestuurslid zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet en alle bestuursleden aan deze besluitvorming deelnemen.
7 van het in een bestuursvergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris en bij diens afwezigheid door degene, die daartoe door de voorzitter van de vergadering wordt aangewezen, welke notulen in de volgende vergadering door het bestuur worden vastgesteld en ten blijke daarvan, door de dan fungerende voorzitter en notulist worden ondertekend.
8 overige regelingen inzake de bestuursvergadering door het bestuur in onderling overleg vastgelegd.

Bestuurstaak en bestuursbevoegdheid; dagelijks bestuur.
Artikel 14.
1 behoudens de beperkingen volgens de statuten en de wet is het bestuur belast met het besturen van de vereniging, waaronder begrepen het uitvoeren van de besluiten van de ledenvergadering.
2 het bestuur is, mits met voorafgaande goedkeuring van de ledenvergadering bevoegd;
A tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen of op andere titel in eigendom verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, alsmede tot het besluiten van overeenkomsten, waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt;
B1 onverminderd het bepaalde onder b 2 tot het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen een bedrag of waarde, zoals door de algemene ledenvergadering zal worden vastgesteld, te boven gaande;
2 a tot het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen of geven van onroerende goederen;

B.tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging, een bankkrediet wordt verleend;
c. Tot het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;

D tot het aangaan van dadingen;
e tot het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
c. Het lidmaatschap aan te vragen en te beëindigen van een overkoepelende Federatie van Hengelsportverenigingen tot welks belangengebied de vereniging behoort en aan de (jeugd)leden van de vereniging verplichtingen op te leggen waartoe zodanig lidmaatschap vereniging verplicht;
D. de vereniging in naam van de (jeugd)leden andere verplichtingen te laten aangaan;
e. Tot het benoemen en ontslaan van de leden van de commissie als bedoeld in artikel 16 lid 4
F tot het aanstellen van controleurs als bedoeld in artikel 17
3 de voorzitter, secretaris en de penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur van de vereniging en zijn als zodanig meer in het bijzonder belast met de dagelijkse gang van zaken.

vertegenwoordiging
Artikel 15
De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur waaronder te allen tijde een lid van het dagelijks bestuur.
De vereniging kan aan de penningmeester volmacht verlenen om binnen bepaalde grenzen zelfstandig te beschikken over de geldmiddelen van de vereniging, alsmede om de lidmaatschapsbewijzen te tekenen als bewijs voor de ontvangst van de contributie.

Commissies
Artikel 16
1 de vereniging kent de volgende commissies:
1 de commissie van beroep;
2 De kascommissie;
De vereniging kan voorts instellen:
3 een commissie water- en visstandbeheer;
4 een commissie ter behandeling van overtredingen;
5 een wedstrijdcommissie,
Alsmede zodanige andere commissies als door het bestuur dat zakelijk of wenselijk worden geacht.
2. de commissie van beroep heeft tot taak het behandelen van en beslissen over een beroepschrift als bedoeld artikel 5 lid 4 en artikel 7 lid 8.
De commissie bestaat uit drie leden. De commissie kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen indien alle leden van de commissie, dan wel twee leden van de commissie en na te noemen plaatsvervangend lid aan de besluitvorming deelnemen.
De benoeming van de leden en van het plaatsvervangend lid geschiedt door de ledenvergadering uit de meerderjarige leden van de vereniging welke geen deel uitmaken van het bestuur, op voordracht van het bestuur of van een groep van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/twintigste gedeelte van de stemmen. Een voordracht kan voor elke vacature slechts 1 naam bevatten. De benoeming vindt plaats voor een periode van 3 jaar herbenoeming van een commissielid komt  terstond drie maal plaatsvinden. Op de benoeming van leden en het plaatsvervangend lid van de commissie van beroep zijn de bepalingen van artikel 11 leden 4, 5 en 6 van overeenkomstige toepassing. De commissie van beroep werkt onafhankelijk van het bestuur. In het huishoudelijk reglement wordt de werkwijze van deze commissie nader geregeld.
3. de samenstelling, de wijze van benoeming en de taak en bevoegdheden van de kascommissie zijn geregeld in artikel 19 lid 4. De kascommissie werkt onafhankelijk van het bestuur.
4. In de jaarvergadering of in een andere ledenvergadering kunnen op voorstel van het bestuur of van een groep van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/twintigste gedeelte van de stemmen, door die vergadering worden ingesteld een of meer van de in lid 1 onder 3 en volgende bedoelde commissies. Het betreffende voorstel tot instelling van een zodanige commissie bevat de hoofdlijnen van de taakomschrijving, de bevoegdheden en de werkwijze van die commissie. Na instelling van de commissie worden de taakomschrijving, bevoegdheden, werkwijze en al hetgeen nadere regeling behoeft, opgenomen in het huishoudelijk regelement voor zover daaromtrent niet al reeds bepalingen in dat reglement zijn opgenomen. De leden van een zodanige commissie worden benoemd door het bestuur uit de leden van de vereniging. Deze commissieleden worden benoemd voor onbepaalde tijd: zij kunnen te allen tijde door het bestuur van een functie worden ontheven. Bedoelde commissies werken onder verantwoordelijkheid van het bestuur.

Controle
artikel 17
1. de controle op en aan het viswater vallen, onder het beheer van de vereniging, wordt door het bestuur opgedragen aan 1 of meer door het bestuur daartoe aangewezen leden van de vereniging die de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt en zich nooit aan enige overtreding jegens de vereniging hebben schuldig gemaakt. Het bestuur stelt een aantal controleurs vast en reikt aan elk van hen een legitimatiekaart uit. Een controleur wordt benoemd voor onbepaalde tijd. Hij kan te allen tijde uit die functie worden ontheven door het bestuur.
2. de controleurs controleren de naleving van de bepalingen van de visserijwet en de daarop gebaseerde overheidsvoorschriften en de bepalingen van de door of namens de vereniging uitgegeven vergunningen, alsmede de overtredingen welke zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement.
3. Houders van vergunningen zijn verplicht de door of namens de vereniging uitgereikte vergunning(en) en de sportvisakte op eerste aanvraag aan een controleur te overhandigen ter controle.
4. de controleurs zijn verplicht zich bij de eerste controle behoorlijk te legitimeren. Zij zijn voorts verplicht bij het constateren van een overtreding door een lid of jeugdlid de betrokkene hierop attent te maken. Wanneer van de overtreding rapport wordt opgemaakt dient dit ter plaatse aan de overtreder te worden medegedeeld. Controleurs zijn verplicht van constateerde overtredingen binnen 48 uur rapport in te zenden aan het bestuur.
5 in het huishoudelijk reglement kunnen met betrekking tot de controleurs nadere regelingen worden opgenomen.

Geldmiddelen
artikel 18
1. De geldmiddelen van de vereniging omvatten:

  1. het inschrijfgeld en de contributies van de leden en de jeugdleden:
  2. de bijdragen van de begunstigers:
  3. de opbrengst van activiteiten van de vereniging:
  4. alle overige wettige verworven baten.
  5. Erfstellingen zullen niet anders dan onder het voorrecht van boedelbeschrijvingen worden aanvaard.

 

Verenigingsjaar; jaarverslag; rekening en verantwoording

Artikel 19

  1. Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanig aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde de rechten en de verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
  3. Op de jaarvergadering als bedoeld in artikel 20 lid 2 brengt het bestuur zijn jaarverslag over het afgelopen verenigingsjaar uit en doet het bestuur, onder overlegging van een balans en een staat van ontvangsten en uitgaven, -de jaarrekening- rekening en verantwoording over zijn, in dat verenigingsjaar gevoerd bestuur. Goedkeuring van die rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge voor zijn bestuurswerkzaamheden gedurende dat verenigingsjaar voor zover die werkzaamheden uit de overlegde stukken blijken.
  4. De ledenvergadering benoemt in de jaarvergadering uit de meerderjarige leden een commissie van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur, -de kascommissie-, welke kascommissie tot taak heeft toezicht te houden op het financiële beleid van het bestuur. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt de ledenvergadering schriftelijk verslag van zijn bevindingen uit. De kascommissie is bevoegd met tenminste twee commissieleden besluiten te nemen. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
  5. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenste de kas en de waarden van de vereniging te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven. De last van de kascommissie kan tussentijds door de ledenvergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere kascommissie.
  6. De ledenvergadering kan een registeraccountant of andere ter zake deskundige benoemen teneinde de jaarrekening te controleren, daarbij een toelichting op te stellen en daarover een verklaring af te leggen.

 

Ledenvergadering

Artikel 20

 

  1. Aan de ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de Wet of de statuten aan het bestuur of aan een commissie zijn opdragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk in de maand juni, wordt een ledenvergadering, -de jaarvergadering- , gehouden.
  3. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
  4. De voorziening in vacatures in het bestuur;
  5. De benoeming van de kascommissie voor het lopende verenigingsjaar en de voorziening in eventuele vacatures in de commissie van beroep;
  6. Het jaarverslag en de jaarrekening over het afgelopen verenigingsjaar, eventueel voorzien van de toelichting en de verklaring van de registeraccountant of andere deskundige, wanneer deze is benoemd;
  7. Het verslag van de kascommissie over het afgelopen verenigingsjaar.
  8. Vaststelling van de contributie voor de leden en jeugdleden en de hoogte van het inschrijfgeld voor het komende verenigingsjaar.
  9. Andere ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenst, of tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte der stemmen dit schriftelijk aan het bestuur, onder opgave van redenen en van de te behandelen agendapunten verzoekt. In het laatste geval is het bestuur verplicht tot het bijeen roepen van een vergadering op een termijn van niet langer dan 4 weken. Indien aan het verzoek binnen 14 dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan, door oproeping overeenkomstig het bepaalde in het volgende artikel.

Bijeenroeping ledenvergadering

Artikel 21

  1. De ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, onverhinderd het bepaalde in lid 4 van het voorgaande artikel en worden gehouden binnen Nederland, ter plaatse als te bepalen door degene(n) die de oproeping voor de vergadering doet (doen) uitgaan.
  2. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden, jeugdleden en begunstigers of door middel van een oproep in een, binnen het gebied waarin de (jeugd)leden woonachtig zijn, veel gelezen dag- of weekblad. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste 3 weken. Wanneer echter het bestuur een ledenvergadering bijeen roept op verzoek van de leden, als bedoeld in lid 4 van het voorgaande artikel, bedraagt de termijn van oproeping tenminste 2 weken. Bij de oproeping van een ledenvergadering worden vermeld de plaats, datum en het tijdstip daarvan, alsmede de agendapunten. Bij de oproeping worden de op de agendabetrekking hebbende stukken meegezonden of wordt medegedeeld op welke plaatsen er vanaf welk tijdstip die stukken van de leden, jeugdleden en begunstigers ter inzake liggen. Elk lid heeft het recht agendapunten voor de behandeling in de ledenvergadering schriftelijk bij het bestuur in te dienen, behoudens het geval dat het betreft een vergadering als bedoeld in lid 4 van het voorgaande artikel. Dergelijke agendapunten dienen uiterlijk 5 weken voor de vergadering in het bezit te zijn van het bestuur. Het bestuur neemt de door de leden ingediende agendapunten in de agenda op tenzij zwaarwegende belangen van de vereniging zich daartegen verzetten.
  3. In een ledenvergadering kan uitsluitend rechtsgeldig worden besloten ten aanzien van geagendeerde punten. In spoed eisende gevallen kan een agendapunt staande de vergadering worden toegevoegd mits hiertoe wordt besloten met tenminste twee/derde gedeelte van de geldig uitgebrachte stemmen. De voorzitter van de vergadering bepaald op welk moment de vergadering een aldus ingelast agendapunt zal behandelen.

Toegang en stemrecht

Artikel 22

  1. Toegang tot de ledenvergadering hebben alle leden en alle jeugdleden, alsmede de begunstigers. Geen toegang hebben geschorste leden en bestuursleden. Over toegang tot de ledenvergadering van anderen beslist de voorzitter van de vergadering.
  2. Ieder lid van de vereniging die niet geschorst is, heeft 1 stem.
  3. Een lid kan zijn stem niet bij volmacht laten uitbrengen.

 

Voorzitterschap; Notulen

Artikel 23

  1. De ledenvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter ter vergadering treedt een der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Echter in het geval het betreft een ledenvergadering als bedoeld in artikel 20 lid 4, wordt door die vergadering zelf in het voorzitterschap voorzien, hetgeen eveneens plaatsvindt wanneer de bestuursleden niet ter vergadering aanwezig zijn.
  2. Va het verhandelde in de ledenvergadering worden door de secretaris van het bestuur en bij diens afwezigheid door degene die daartoe door de voorzitter van de vergadering wordt aangewezen notulen gehouden, welke notulen door de voorzitter en de notulist van de desbetreffende vergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan worden getekend. Deze notulen worden aan de volgende ledenvergadering ter goedkeuring voorgelegd en ten blijke van die goedkeuring door de dan fungerende voorzitter en notulist getekend.

 

Besluitvorming van de ledenvergadering

Artikel 24

  1. Voor zover de statuten niet anders bepalen, worden alle besluiten door de ledenvergadering genomen, met als volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
  2. Ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Als ongeldige stemmen worden aangemerkt uitgebrachte stemmen of stembiljetten die naar het oordeel van de voorzitter;
  3. Blanko zijn;
  4. Zijn ondertekend;
  5. Onleesbaar zijn;
  6. Een persoon niet duidelijk aanwijzen;
  7. De naam bevatten van een persoon die niet kandidaat is gesteld;
  8. Voor ieder verkiesbare plaats meer dan 1 naam bevatten;
  9. Meer bevatten dan een duidelijke aanwijzing van de persoon die is bedoeld.
  10. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk, onverminderd de mogelijkheid om op voorstel van de voorzitter van de vergadering een besluit te nemen bij acclamatie.
  11. Indien bij een verkiezing van personen geen van de kandidaten het vereiste aantal stemmen heeft verkregen, wordt herstemt over de 2 kandidaten die in eerste instantie de meeste stemmen op zich verenigden. Mochten door gelijkheid van stemmenaantal meer dan 2 personen voor de herstemming in aanmerking komen, dan wordt er door een tussenstemming uit gemaakt over welke 2 van hen zal worden herstemt, casu quo over welke van hen te samen met de kandidaat die in eerste instantie het hoogste aantal stemmen verwierf, zal worden herstemt. Bij herstemming en tussenstemming is diegene verkozen, die de meeste stemmen op zich verenigt. Indien bij een herstemming of tussenstemming de stemmen staken, beslist het lot.
  12. Staken de stemmen bij een andere stemming, dan wordt het voorstel niet te zijn aangenomen.

 

Statutenverwijzing

Artikel 25

  1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden aangebracht door een besluit van een ledenvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
  2. Zij die de oproeping tot de ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste 2 weken voor de dag van die vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijzigingen woordelijk is opgenomen, op 2 of meer daartoe geschikte plaatsen voor de leden ter inzage leggen tot de afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. De plaatsen waar het voorstel voor de statutenwijziging ter inzage ligt, worden bij de oproeping voor de vergadering bekend gemaakt. Tevens kan het voorstel tot wijziging van de statuten worden opgenomen in het verenigingsblad.
  3. Wanneer de vereniging lid is van een Federatie van Hengelsportverenigingen dient een voorstel tot wijziging van de statuten voorafgaand ter goedkeuring aan de Federatie te worden voorgelegd.
  4. Een besluit tot wijziging van de statuten behoeft tenminste twee/derde gedeelte van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste een/twintigste gedeelte van het aantal leden aanwezig is.
  5. Wanneer in een vergadering, waarin een voorstel voor een statutenwijziging aan de orde komt, niet het overeenkomstig het voorgaande lid vereiste aantal leden aanwezig is, wordt tenminste 6 weken en ten hoogste 10 weken na de eerste vergadering een volgende vergadering (de ’tweede vergadering’) gehouden, waarin een besluit tot wijziging van de statuten kan worden opgenomen, ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige leden doch met een meerderheid van tenminste twee/derde gedeelte van de geldig uitgebrachte stemmen. Bij de oproeping voor de tweede vergadering wordt medegedeeld dat het een tweede vergadering betreft als bedoeld in dit artikel en dat aldaar kan worden besloten over de voorgestelde statutenwijziging ongeacht het aantal ter vergadering aangewezen leden. Het voorstel voor de statutenwijziging wordt wederom ter inzage gelegd als voorgeschreven in het voorgaande lid 2, waarvan in de oproeping voor de tweede vergadering melding wordt gemaakt.
  6. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. De ledenvergadering is bevoegd machtiging te verlenen aan de lenen van het bestuur, zowel gezamenlijk als van hen afzonderlijk, om de gewijzigde statuten in een notariële akte te doen neerleggen en om deze akte te ondertekenen.

Ontbinding en vereffening

Artikel 26

  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de ledenvergadering. Het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 van het voorgaande artikel is daarbij van overeenkomstige toepassing.
  2. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de ontbonden vereniging, tenzij bij het besluit tot ontbinding andere vereffenaars worden aangewezen.
  3. De bestemming van het batig saldo wordt, op voorstel van het bestuur, bepaald door de ledenvergadering bij het besluit tot ontbinding, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de vereniging dient te zijn.

 

Huishoudelijk regelement

Artikel 27

 

  1. De ledenvergadering zal, op voorstel van het bestuur, hun huishoudelijk regelement vaststellen en kan in een aldus vastgesteld regelement aanvulling en wijzigingen aanbrengen.
  2. Een regelement mag niet in strijd zijn met de wettelijke bepalingen, ook waar deze geen dwingend recht bevatten, nog met de statuten.
  3. Het bepaalde in artikel 25 lid 3 is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling en de aanvulling of wijziging van het huishoudelijk regelement.

Geschillen

Artikel 28

Alle geschillen welke tussen een orgaan van de vereniging of namens de vereniging optredende personen en leden van de vereniging mochten ontstaan worden bindend beslist door het bestuur.

 

(Getekend)  A.A. van ’t Hof, H.J.M. Elkhuizen, resp. Voorzitter en secretaris; J.A.M. Kock – notaris

 

 

Huishoudelijk regelement

 

Begripsbepalingen.

 

Artikel 1

In dit huishoudelijk regelement wordt verstaan onder:

De vereniging: de hengelsportvereniging ‘Waddinxveen’ MET ZETEL TE WADDINXVEEN

De statuten: de statuten van de vereniging, vastgesteld bij notariële akte, de dato 25 oktober 1991. Verleden voor notarissen Mr. P.L. v.d. Meulen en Mr. J.A.M. Kock te Waddinxveen.

Het bestuur: het bestuur van de vereniging.

 

Artikel 2

De aanmelding voor het lidmaatschap van de vereniging geschiedt op door het bestuur verstrekte formulieren, waarop naam, voornamen, geboortedatum en adres volledig moeten worden vermeld.

Artikel 3

Toetreding tot de vereniging kan te allen tijde geschieden. Zij, die als lid worden aangenomen, zijn de contributie voor de gehele lopende jaar verschuldigd.

Artikel 4

Bij toetreding ontvangt het lid, nadat de contributie is voldaan, het bewijs van lidmaatschap en de vergunning. Tevens wordt hem binnen een maand na het ingaan van het lidmaatschap, een exemplaar der statuten en het huishoudelijk regelement verstrekt.

Artikel 5

contributiebetaling

lid 1. De jaarlijkse contributie moet door een lid of jeugdlid bij vooruitbetaling uiterlijk op 31 december, voorafgaande aan het komende verenigingsjaar zijn voldaan.

De betaling dient plaats te vinden, door storting of overschrijving op de rekening der vereniging. Indien de contributie niet tijdig is betaald, ontvangt het betreffende (jeugd)lid een aanmaning. Wordt vervolgens niet binnen de daarvoor in de aanmaning gestelde termijn betaald dan kan het bestuur artikel 7 lid 2 sub. C van de statuten toepassen. De contributie voor het komende verenigingsjaar welke niet op 31 december is voldaan wordt op 1 januari van dat jaar verhoogt met een door het bestuur periodiek vast te stellen bedrag voor administratie- en incassokosten.

Lid 2. Bij de aanvraag van het (jeugd)lidmaatschap in de loop van een kalenderjaar ontvangt het betreffende (jeugd)lid via het aanmeldingsformulier opgave omtrent het te betalen inschrijfgeld en de over dat jaar verschuldigde contributie. Het aldus verschuldigde moet binnen 2 maanden na ontvangst van bedoelde opgave, zijn voldaan. Het onder 1 vermelde is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

Overtredingen

De overtredingen als bedoeld in de statuten kunnen bestaan uit:

  1. het niet nakomen van de bepalingen vastgelegd in de Visserijwet en de daarop gebaseerde overheidsvoorschriften en de vergunningsvoorwaarden van de door de vereniging of een overkoepelende organisatie uitgereikte Grote Vergunning en/of andere vergunning;
  2. Het kopen, te koop aanbieden of verkopen van vis, gevangen in door de vereniging geëxploiteerde viswateren;
  3. Het gebruiken van vangmiddelen, waarvan de toepassing volgens de visserijwet of andere overheidsvoorschriften verboden is of waarvoor geen vergunning wordt verstrekt;
  4. het vissen op onsportieve wijze;
  5. Het vissen zonder vergunning en/of medewerken aan of gelegenheid geven tot vissen zonder vergunning in de door de vereniging geëxploiteerde viswateren;
  6. het hinderen, beledigen of bedreigen van de controleurs als genoemd in artikel 17 van de statuten;
  7. Onbehoorlijk gedrag en/of het plegen van handelingen die in strijd zijn met de belangen van de vereniging.

Behandeling van overtredingen

Artikel 7

  1. Behandeling van overtredingen geschiedt door het bestuur.
  2. De taak van het bestuur bestaat in deze uit het behandelen van overgelegde rapporten inzake overtredingen van leden of jeugdleden alsmede het uitbrengen van een gemotiveerd advies met betrekking tot de geconstateerde overtredingen.
  3. Het bestuur kan besluiten tot vrijspraak van het (jeugd)lid of tot het seponeren van de onderhavige overtreding, tot schorsing van het betrokken (jeugd)lid voor maximaal 1 maand, dan wel het betrokken (jeugd)lid een waarschuwing te geven, te schorsen, of het (jeugd)lidmaatschap van het (jeugd)lid op te zeggen dan wel dat (jeugd)lid uit zijn (jeugd)lidmaatschap te ontzetten.
  4. Het bestuur neemt geen beslissing nadat zij het betrokken lid en bij een jeugdlid diens wettelijke vertegenwoordiger(s) heeft gehoord of daartoe heeft uitgenodigd en dit lid, respectievelijk die wettelijke vertegenwoorder(s), daaraan geen gehoor heeft (hebben) gegeven.
  5. het bestuur beslist binnen 2 maanden na ontvangst na het rapport inzake de overtreding. Elke beslissing wordt genomen door minimaal 5 bestuursleden, met dien verstanden dat de leden van het bestuur die rechtstreeks of zijdelings bij de overtreding waarover rapport is ontvangen, kunnen zijn betrokken, aan de besluitvorming omtrent die overtreding niet meewerken en worden vervangen door een ander bestuurslid. Deze regeling is nog steeds van toepassing wanneer een lid van het bestuur verhinderd is aan de vergadering(en), waarin de overhavige overtreding wordt behandeld deel te nemen.
  6. de voorzitter of, bij diens afwezigheid de plaatsvervangend voorzitter stelt in overleg met de overige bestuursleden de datum vast voor de behandeling van de overtreding en leidt de vergadering. Deze vergadering(en) zijn niet openbaar.
  7. Het bestuur is bevoegd inzake te vorderen van allen bescheiden die op de te behandelen overtreding betrekking hebben en leden der vereniging en/of controleurs uit te nodigen om inlichtingen te geven.
  8. De gemotiveerde beslissing van het bestuur wordt ondertekend door de voorzitter respectievelijk plaatsvervangend secretaris en vermeldt de namen van de overige bestuursleden die aan de besluitvorming hebben deelgenomen. Het bestuur besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen. Elk lid van het bestuur heeft 1 stem.
  9. De beslissing van het bestuur waartegen geen beroep mogelijk is, is te alle tijde bindend. Indien de beslissing inhoudt een vrijspraak, een seponeren van de onderhavige overtreding of een schorsing van het betrokken (jeugd)lid wordt een afschrift van de beslissing gezonden aan het betrokken lid of aan de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het betrokken (jeugd)lid.
  10. Voor geschorste en geroyeerde leden vervallen alle rechten welke uit het lidmaatschap voorspruiten, behouden hun recht op persoonlijke aanwezigheid op, en/of schriftelijk verweer aan de algemene ledenvergadering, waarin het voorstel tot royement wordt behandeld.

Artikel 8

Bestuursleden kunnen, op voorstel van het bestuur of leden, door een daartoe opzettelijk bijeengeroepen algemene vergadering uit hun functie worden ontzet. Dit geschiedt niet, alvorens zij in de gelegenheid zijn gesteld zich te verantwoorden. Bestuursleden, die handelen in strijd met de statuten, regelementen of belangen der vereniging, kunnen door het bestuur, in afwachting van de beslissing omtrent hun ontzetting, als bepaald in de vorige alinea van dit artikel, worden geschorst.

Artikel 9

  1. De commissie van beroep bestaat uit 3 leden en 1 plaatsvervangend lid. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan en uit de plaatsvervangende leden een plaatsvervangend voorzitter.
  2. Het bestuur zendt een beroepschrift als bedoeld in artikel 5 lid 4 of artikel 7 lid 8 van de statuten onverwijld naar de commissie van beroep in zoveel exemplaren als er commissieleden zijn, onder vermelding van de termijn waarbinnen de commissie uitspraak moet hebben gedaan. De voorzitter en bij diens afwezigheid de plaatsvervangend voorzitter draagt er zorg voor dat een voltallige commissie bestaande uit 3 personen wordt samengesteld uit de leden, respectievelijk de plaatsvervangende leden van de commissie van beroep en dat alle (plaatsvervangende) leden een exemplaar van het beroepschrift ontvangen met vermelding van de datum, het tijdstip en de plaats waar het beroepschrift zal worden behandeld.
  3. de commissie neemt geen beslissing dan nadat zij de betrokken aanvrager van het lidmaatschap of het betrokken lid heeft gehoord of heeft uitgenodigd en deze aanvrager respectievelijk dit lid, ook na herhaald verzoek, daaraan geen gehoor heeft gegeven. De commissie van beroep is bevoegd het bestuur te horen. Zij kan inzage vorderen van alle stukken die op de te behandelen zaak betrekking hebben.
  4. de commissie van beroep beslist met volstrekte meerderheid van stemmen. Elk lid of plaatsvervangend lid van de commissie heeft 1 stem. De vergaderingen van de commissie van beroep zijn niet openbaar.
  5. de commissie legt haar uitspraak met redenen omkleed, vast in een schriftelijk stuk, ondertekend door de 3 leden, respectievelijk plaatsvervangende leden die over het onderwerpelijke beroepsschrift hebben geoordeeld. Deze uitspraak wordt binnen de termijn als onder 3 bedoeld aangetekend aan de betrokken persoon toegezonden onder gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan het bestuur.

Commissie water- en visstandbeheer

Artikel 10

  1. de commissie water- en visstandbeheer kan bestaan uit 5 leden. Zij wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan. De commissie adviseert het bestuur met betrekking tot het visserijkundig beheer van de door de vereniging geëxploiteerde viswateren. De commissie zal daartoe zoveel mogelijk gegevens verzamelen en/of doen verzamelen betreffende de waterkwaliteit, het visbestand, de bevisbaarheid en overige relevante onderwerpen inzake de door de vereniging geëxploiteerde en/of voor de vereniging van belang zijnde viswateren.
  2. De commissie rapporteert periodiek doch tenminste eenmaal per jaar haar bevindingen aan het bestuur. Voor het doen van uitgaven is goedkeuring vereist van het bestuur.
  3. De commissie vergadert zo dikwijls zij dit nodig acht. De commissie is bevoegd besluiten te nemen wanneer tenminste 3 commissieleden ter vergadering aanwezig zijn. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Elk lid van de commissie heeft 1 stem. De commissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.

Wedstrijdcommissie

Artikel 11

  1. De wedstrijdcommissie kan bestaan uit 3 leden. Zij wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan.
  2. De wedstrijdcommissie heeft tot taak op verzoek van het bestuur wedstrijden te (doen) organiseren. De bijzonderheden van een wedstrijd, waaronder het bepalen van plaats en datum, wordt vastgesteld in overleg met het bestuur. De commissie kan een wedstrijdreglement opstellen; zij legt dit ter goedkeuring voor aan het bestuur. Het wedstrijdreglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met landelijke of federatieve wedstrijdenreglementen. Voor het doen van uitgaven is goedkeuring vereist van het bestuur.
  3. De commissie vergadert zo dikwijls zij dit nodig acht. De commissie is bevoegd besluiten te nemen wanneer tenminste 3 commissieleden ter vergadering zijn; besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Elk lid van de commissie heeft 1 stem. De commissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.

 

Het bestuur

Artikel 12

Het bestuur bestaat uit een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en 4 of 6 commissarissen, zoals omschreven staat in artikel 11 van de statuten.

Artikel 13

De werkzaamheden van het bestuur zijn als volgt:

  1. De eerste voorzitter is belast met de leiding van de bestuurs- en algemene vergaderingen. Hij zorgt voor de naleving van de Statuten en het Huishoudelijk reglement en tekent na goedkeuring de notulen der bestuurs- en algemene vergaderingen. Als vertegenwoordiger van het bestuur heeft hij toegang tot alle vergaderingen van commissies behalve tot de vergaderingen der Commissie van Beroep.
  2. de tweede voorzitter treedt bij ontstentenis van de eerste voorzitter als diens plaatsvervanger op. Mocht ook hij verhinderd zijn, dan wordt door de vergadering een bestuurslid aangewezen, dat tijdelijk de functie van voorzitter waarneemt.
  3. De eerste secretaris voert de briefwisseling, houdt afschrift van alle uitgaande stukken en beheert het archief, hetwelk alle op de vereniging betrekking hebbende stukken moet bevatten. Hij houdt een naamlijst bij van alle bij de vereniging aangesloten personen en stelt de penningmeester zo spoedig mogelijk in kennis van de daarin ontstane veranderingen. Hij ondertekent mede de bewijzen van lidmaatschap, gezamenlijk met de voorzitter. In het jaarverslag brengt hij rapport uit over de toestand der vereniging in het afgelopen jaar.
  4. De tweede secretaris houdt notulen bij van de vergadering en vervangt bij ontstentenis de eerste secretaris.
  5. De eerste penningmeester houdt nauwkeurig aantekening van alle ontvangsten en uitgaven.
  6. De tweede penningmeester is de eerste penningmeester behulpzaam bij diens werkzaamheden en vervangt deze bij ontstentenis.
  7. de commissarissen assisteren de reeds genoemde functionarissen.

Artikel 14

Indien een bestuurslid langer dan 6 maanden verhinderd is zijn functie te vervullen, wordt zijn mandaat vervallen verklaard. Als deze verhindering het gevolg is van ziekte, heeft het bestuur het recht deze termijn te verlengen tot 12 maanden.

Artikel 15

De leden van het bestuur en commissies zijn tot geheimhouding verplicht inzake alles wat zij uit hoofde van hun functie weten zulke met uitzondering van mededelingen aan en verantwoording tegenover de leden in de algemene vergadering.

Artikel 16

Het bestuur is bevoegd te allen tijde ter controle de openlegging van de boeken van de penningmeester te vorderen.

 

Geldmiddelen

Artikel 17

De geldmiddelen worden door de penningmeester ontvangen en beheerd. Hij is voor dit beheer persoonlijk aansprakelijk.

Artikel 18

De penningmeester is verplicht, zodra zijn kasmiddelen meer dan 500,- gulden bedragen, het meerdere te deponeren op een door het bestuur aan te wijzen bank- of giro instelling. Alleen in overleg met het bestuur kan hiervan worden afgeweken. Het geld wordt geplaatst ten name der vereniging. Voor het terug- of opnemen van gedeponeerde of belegde gelden worden handtekeningen van de voorzitter en de penningmeester vereist. Alle kwitanties en nota’s moeten ten name der vereniging zijn gesteld.

Artikel 19

Het inschrijfgeld, hetwelk alleen van de leden en jeugdleden wordt geheven, wordt, evenals het bedrag der contributie, in een algemene vergadering vastgesteld en per verenigingsjaar indien noodzakelijk herzien, middels een voordracht door het bestuur, op een algemene ledenvergadering.

Artikel 20

Terugbetaling van gestorte contributiegelden vindt nimmer plaats.

 

Financiële controle

Artikel 21

De controle, over de financiën en over de administratie daarvan, berust bij de kascommissie. De controle wordt jaarlijks uitgeoefend, voorafgaand aan de algemene ledenvergadering.

Artikel 22

De kascommissie bestaat uit 3 meerderjarige leden der vereniging en 1 reserve lid, die geen bestuurslid mogen zijn. De 3 leden van de kascommissie en een plaatsvervangend lid worden op de jaarvergadering gekozen voor de tijd van 3 jaar. Jaarlijks treedt een derde deel van de commissie af. De aftredenden zijn niet terstond herkiesbaar. In tussentijdse vacatures wordt voorzien door de algemene ledenvergadering.